Ze komen altijd nét op het verkeerde moment. Terwijl je je net hebt geïnstalleerd op de bank met een kop thee. Of als je met een half broodje pindakaas in je hand naar boven rent omdat je Teams-meeting over twee minuten begint. Ding dong. Daar staan ze. Vrolijk, fris, met een felgekleurde jas en een iPad in de hand. De professionele collectant.
Niet te verwarren met de buurvrouw die met een lijstje langsgaat voor de Hartstichting. Nee, dit zijn mensen in dienst. Getraind in gesprekstechnieken, timing en het subtiel opwekken van schuldgevoel. Ze vragen niet om een euro in een bus, maar om een maandelijkse machtiging. Voor het leven, want zo voelt het.
Ze doen me eigenlijk denken aan de Jehova’s getuigen die vroeger aanbelden met een boek in hun hand en een voet tussen de deur. Ken je ze nog? Alleen dragen ze nu een felgekleurde jas, hebben ze een iPad in plaats van een boek, en verkopen ze geen geloof, maar een maandelijkse incasso.
En als je dan zegt: “Ik geef al aan andere doelen,” of “Ik doe vrijwilligerswerk,” of zelfs: “Ik wil best een eenmalige donatie doen,” dan komt het. Dat moment. Die blik. Die lichte frons en blik van afkeur. Die “oh…” gevolgd door een vriendelijk knikje dat voelt als een moreel rapportcijfer: een zesje. Net voldoende. Maar teleurstellend.
En dan valt de deur dicht en blijft een gevoel van schuld over. Alsof je net een kans hebt gemist om een leven te redden, puur omdat je geen automatische incasso wilde afgeven aan een onbekende met een iPad.
Het wringt. Want goede doelen zouden toch moeten draaien om verbinding, om empathie, om het gevoel dat je samen iets goeds doet? Maar dit voelt als een verkooptruc. Als een verdienmodel met morele druk. En dat is zonde. Want ik geloof echt in geven. In delen. In helpen waar je kunt. Maar niet in het opdringen van schuld.
Tegelijkertijd besef ik ook dat die collectant aan de deur vaak gewoon een student is met een bijbaan. Iemand die targets moet halen en zelf ook ongemakkelijk wordt van het script dat gevolgd moet worden. Het is niet hun schuld dat het systeem zo werkt. En daar zit precies het knelpunt: een systeem dat draait op conversie laat weinig ruimte voor echte, menselijke interactie.
Het wordt tijd dat goede doelen ook naar hun klantbeleving gaan kijken. Want hoe voelt iemand zich eigenlijk na contact met jouw organisatie? Geïnspireerd? Betrokken? Of vooral: schuldig en opgelucht dat de deur weer dicht is?
Ik snap dat ze zoveel mogelijk geld willen ophalen, maar ik geef liever vanuit overtuiging dan uit schuldgevoel. En dan het liefst eenmalig, niet via een maandelijkse machtiging waar je nauwelijks onderuit komt.
Dus aan alle goede doelen: blijf vooral vragen. Maar laat mensen ook nee zeggen zonder dat het voelt als falen. Want echte betrokkenheid begint niet met een incasso, maar met een goed gevoel, aan beide kanten van de deur.